Energieagentschap: vraag naar olie blijft nog twintig jaar toenemen



[ad_1]

De wereld is volstrekt niet op weg naar een duurzaam energiesysteem dat klimaatverandering binnen de perken houdt. De CO2-uitstoot wordt alleen maar groter, en de vraag naar olie zal tot 2040 verder toenemen. Tegelijkertijd zijn er risico’s voor de betrouwbaarheid van de energievoorziening.

Dat voorziet het Internationaal Energieagentschap (IEA) in zijn belangrijkste rapport van het jaar, de World Energy Outlook over wereldwijde energie tot 2040.Het IEA-rapport is pessimistischer getoonzet dan vorig jaar, toen het agentschap nog „een paar positieve tekenen” zag.

Volgens het IEA zijn er nu „barsten te zien in de drie belangrijkste pijlers” van het energiesysteem: betaalbaarheid, betrouwbaarheid en duurzaamheid. Het IEA, dat is gelieerd aan de OESO, is wereldwijd de meest invloedrijke denktank op het gebied van energie.

Het IEA denkt dat de wereldwijde CO2-uitstoot dit jaar verder is gestegen. De mondiale uitstoot was tussen 2014 en 2016 stabiel, maar ging sinds 2017 weer omhoog. Het IEA voorziet een verdere toename van de CO2-uitstoot in de komende decennia. Volgens het agentschap zit er een „enorm gat” tussen de huidige ontwikkelingen rond energie, en een duurzame toekomst waarin klimaatverandering een halt wordt toegeroepen.

Zelfs als landen hun bestaande plannen voor het klimaatakkoord van Parijs uitvoeren, voorziet de IEA dat de temperatuur op aarde met 2,7 °C zal stijgen. Zoiets leidt volgens het wetenschappelijke VN-klimaatpanel IPCC tot rampen zoals overstromingen, bosbranden en het verlies van het ijs op Groenland en de Zuidpool. Daarnaast waarschuwt het IEA dat door luchtvervuiling jaarlijks miljoenen mensen vervroegd overlijden. Op dit moment gaat het naar schatting om 2,9 miljoen doden per jaar.



Volgens onderzoekers moet de EU de CO2-uitstoot jaarlijks met 12 procent verminderen om ‘Parijs’ te halen. Lees ook: ‘De EU mag nog maar negen jaar CO2 uitstoten’

De grote trends op energiegebied die de denktank schetst, stonden ook in het rapport van vorig jaar. Steeds meer – van autorijden tot fabrieken laten draaien en huizen verwarmen – zal met elektriciteit gebeuren. De gedaalde kosten van vooral zonne-energie, maar ook van windmolens en accu’s zorgen daarvoor.

Ook blijft de wereldwijde energiebehoefte groeien, tenzij overheden een streng klimaatbeleid gaan voeren. De wereldbevolking blijft immers groeien, en consumptie neemt toe in Azië, Afrika en Latijns-Amerika. Alleen Europa gaat, als de trend doorzet, minder energie verbruiken. Het IEA verwacht daarom dat het gebruik van fossiele brandstof tot 2040 blijft toenemen, ondanks de opmars van schone stroom uit zon en wind.

‘Peak oil’ is dus niet in zicht, en de Verenigde Staten worden nog dominanter als olie- en gasland. De VS zijn sinds 2015 de wereldwijd grootste producent, vanwege de spectaculaire groei van schalieolie en -gas. Het IEA voorziet dat het land die voorsprong verder uitbouwt.

Toch waarschuwt het agentschap nu voor de betrouwbaarheid van het energiesysteem, om uiteenlopende redenen. Volgens het IEA wordt er wereldwijd, zelfs in de VS, te weinig geïnvesteerd in oliewinning om rond 2025 in de vraag te voorzien. Het IEA is er niet zeker van dat dergelijke olieschaarste een stimulans zal blijken voor duurzame energiebronnen – het kan ook het gebruik van steenkool stimuleren, of oliebedrijven ertoe aanzetten om in duurdere vormen van oliewinning te investeren.

Aan de andere kant wijst de denktank op onzekerheden in de elektriciteitsvoorziening. Het IEA noemt met name de Europese Unie, waar de elektriciteitsprijs daalt door de aanleg van wind- en zonneparken, en een lage gasprijs. Dat remt investeringen in nieuwe productiecapaciteit. In Nederland ontvouwt die discussie zich ook: recent waarschuwde Energie Nederland – de branchevereniging van stroomproducenten – dat er in 2030 te weinig gascentrales zullen overblijven.

In ‘gereguleerde markten’ – het Midden-Oosten, Noord-Afrika en China – ziet het IEA juist dat er de afgelopen jaren te veel is geïnvesteerd in elektriciteitscentrales, omdat de stroomvraag is overschat. Daardoor verslechtert de financiële situatie van de centrales, en wordt stroom duurder voor consumenten. Het IEA laat als voorbeeld zien hoe kolencentrales in China en India opvallend minder draaiuren maken dan in 2010.

Toch is het IEA nog altijd complimenteus over China, het land met het grootste energieverbruik ter wereld. China is volgens het agentschap leidend in elektrisch rijden, in duurzame energie en kernenergie, en is ook veruit het verst met ‘digitale energietechniek’. Daarmee kunnen stroomproductie en -verbruik van gebouwen beter op elkaar worden afgestemd. Dat is belangrijk in een systeem dat grotendeels op wind en zon draait. Vier van de vijf grootste elektriciteitsbedrijven ter wereld zijn inmiddels Chinees, en geen enkel land gaat zo voortvarend te werk bij de installatie van slimme meters.

[ad_2]
Source link